Toen mijn zus en ik het crematorium uitliepen en onze vader daar achterlieten kwam er een tante naar ons toe. “Zeg meiden, mooi stukje hoor, hebben jullie daar nou lang op geoefend?” Vijf dagen eerder hadden we nog een vrolijke, gezonde vader dus Nee!
En nu, jaren later, kan ik me nog de woede voor de geest halen die ik voelde na de in mijn ogen totaal ongepaste vraag. Natuurlijk weet ik wel dat de vraag heel anders bedoeld werd dan wij het opvatten. Maar tantes uitvaart er direct achteraan (bij wijze van spreken) leek toen een goed idee. Over wat zeg je wel en wat zeg je niet tegen iemand in rouw gaat mijn volgende blog:
Laat ik beginnen met de categorie ‘wat zeg je niet’, dan kan ik het straks positief afsluiten :-).
Initiatief bij jezelf
Om direct maar met de deur in huis te vallen vaak gebruikte zinnen: “Je mag me altijd bellen” of “als ik iets voor je kan doen dan moet je het zeggen.” Misschien is íe wel eens uit jouw mond ontsnapt (uit mijne in ieder geval wel.) Alle goede bedoelingen ten spijt is dit een zin waar een rouwende niet veel mee kan. Je legt (onbewust) het initiatief bij de rouwende. Maar de rouwende heeft al genoeg aan zijn hoofd. Bovendien is rouwen arbeid verrichten, dit kost energie zodat je ervan uit kunt gaan dat een rouwende helemaal geen puf heeft om jou te bellen. Mocht hij/zij de drempel al overkomen om te erkennen dat hulp gewenst is. Liever niet zeggen dus maar het initiatief bij jezelf houden. Aandacht helpt!
Goedbedoelde geruststellingen
Zinnen die min of meer beweren dat er sprake is van mazzel zijn ook niet zo handig. “Gelukkig wonen je kinderen dichtbij” (ja maar ik woon nu wel alleen). “Gelukkig ben je nog jong, je komt wel weer aan een vrouw” (ik moet er werkelijk niet aan denken, ik wil mijn lief) of “Zij was al boven de tachtig, dat haalt niet iedereen” (dat kan wel zo zijn, maar ik heb maar 1 moeder).
Hetzelfde geldt voor zinnen die het overlijden goedpraten, doe ook maar liever niet. Ik denk dat iedereen zich wel iets kan voorstellen bij zinnen als: “Hij was wel erg ziek hè? Of het heeft zo moeten zijn of je wordt er sterker van.” Degene tegenover je is gewoon ontzettend verdrietig. Daar kan geen gerationaliseer tegenop. Laat ruimte voor de pijn en respecteer daarmee de ander zijn verdriet. Wuif het niet weg met goedbedoelde geruststellingen.
Niet vergelijken
Het is ook oppassen met vergelijkingen. Haal niet te snel, en zeker niet teveel je eigen ervaringen erbij. Het kan voor de ander wel prettig zijn te weten dat hij/zij niet de enige is, maar voordat je het weet wordt de aandacht naar jou verlegd terwijl het juist de ander z’n verdriet is. Iemand in rouw heeft genoeg aan zichzelf, er is eigenlijk geen ruimte in het hoofd voor de ander.
Niets zeggen
Tot slot; val jezelf niet te hard als je er per ongeluk een slechte zin uitstamelt. Iets zeggen is nog altijd beter dan niets zeggen. Ik ben vast niet de enige die in de winkel een bekende zag die ik vervolgens wel heel snel een ander gangpad in zag duiken. Verdrietig was ik toch al, maar dit was niet helpend.
Gefeliciteerd... ehh gecondoleerd
Met zoveel tips voor ‘wat zeg je niet’ lijkt het alsof je heel goed moet nadenken wat je dan wel kunt zeggen. Té veel concentratie is gevaarlijk, wie kent er niet iemand die per ongeluk gefeliciteerd zei in plaats van gecondoleerd?
Wat zeg je wel
Maar wat zeg je dan Wél? Eigenlijk kan je het nooit fout doen als je dicht bij je gevoel blijft. Bijvoorbeeld met een zin als “ik vind het zo erg voor jullie”. Of als je niet weet wat je moet zeggen, dan zeg je dat. En als de situatie en de relatie zich ervoor leent is een knuffel misschien nog wel veelzeggender. Je kunt ook dingen dóen. Door af en toe te bellen of te appen, laten weten dat je aan de ander denkt. Een lekker pannetje eten langsbrengen. Of je hulp aanbieden, en dan ook echt doen.
Heeft u een vraag of opmerking over mijn blog? Laat het mij weten! Via het contactformulier kunt u uw gegevens achterlaten, dan neem ik zo snel mogelijk contact met u op.